
Wanneer de dag ten einde spoedt
en de mens zijn taak heeft volbracht,
nijgt de avond zwaar van kleuren
en de weemoed in het hart.
Waneer de dag ten einde spoedt
en de nacht daalt over het rustende dorp,
groeit in het hart dat zich verblijdt
een zeldzaam heimwee naar oneindigheid.
't Vervult mij met geen angst noch pijn,
slechts vreugdevol ervaren
en diep gelukkig zijn.
Wanneer de dag ten einde spoedt
en de nacht waakt als een trouwe vriend,
die rust brengt en zekerheid
op morgen, op een nieuw begin.
Vervult mij dit met angst noch pijn,
er is slechts dankbaar weten,
o Heer, dat Gij mijn God,
en ik uw kind mag heten.
ria (1999)
herwerkt voor gedichtendag 2009
10 jaar later