20 mei 2009

Wat kan het leven soms droevig zijn...

Mijn pen hing aan de wasdraad, te wapperen in de lentewind.
Voorlopig had ik ze niet meer nodig want:
“ze zouden komen, uit het verre Afrika, onze dochter en kleinkindjes.”

Wat een onverwachte vreugde. Mariam , die als een tweede mama voor de kindjes zorgt terwijl onze dochter werkt, zou hen vergezellen.Helaas dat was buiten die domme Belgische bureaucratie gerekend.
Die lieve, goedhartige en bescheiden jonge Afrikaanse vrouw mag België niet binnen.
Ze zou het wel eens in haar mooie hoofdje kunnen halen om hier asiel aan te vragen.
Wat een domheid. Mijn dochter werkt voor een Europese instelling en komt hier cursus volgen. Terwijl Mariam voor de kindjes zorgt, reeds meer dan 4 jaar. Dit alles is toch best te controleren, maar neen, ze krijgt geen visum. “non is non!”

Wat had ik haar graag eens hier bij ons verwend, zoals zij voor ons zorgt als wij in Afrika op bezoek zijn. Niet dus.

Maar erger nog is dat de kindjes niet zullen meekomen, omdat onze kleinzoon (20 maanden) ons nog niet kent en dit voor hem erg moeilijk zou zijn, als zijn mama heel de dag weg is om te studeren.

Met Mariam is hij vertrouwd en bovendien, dat hebben wij zelf vastgesteld bij zijn oudere zusje (die toen 13 maanden was) is zij buitengewoon met kinderen en kan zij hen echt op hun gemak stellen. Als mama aan het werk was, verving zij haar alsof het haar eigen kindje was. Kwamen mama en papa ’s avonds thuis dan trad Mariam echt een stap terug . Zij bleef beschikbaar, maar steeds op de achtergrond.

Wij vinden het zo spijtig, voor iedereen.
Misschien komt onze dochter toch nog alleen, maar ook dit is nog niet zeker.

Ik heb mijn pen opnieuw van de wasdraad gehaald om deze droeve boodschap neer te schrijven. We hadden te vroeg gejuicht!

ria – 19.05.09