23 feb 2009

Kwantrijnen - Anton van Wilderode

Teder
Teder de dag die nog niet wil beginnen,
een tentenkamp van tule en wit linnen
waarin de zon met vlokjes licht beweegt
gelijk een vis met niets dan zilvervinnen.

Zalig
Terwijl de herfstnamiddag staande bleef
raapten wij beukennootjes in de dreef,-
glanzende bruine driehoekjes van lakleer
in zorgeloos gras te grabbel en te geef.


Met dichte ogen
De schapen grazen onder canada's
met dichte ogen het balsturig gras
terwijl hun herder, rechtop in de regen,
met dichte ogen wegkruipt in zijn jas.













Zwijgend
Terwijl wij zonder woorden huiswaarts keren
verlaat de late zomer ons met ere:
het wimperbeven van een zonnebalk
en zwaluwen die altijd lager scheren.


Hemel
De hemel vol beweging, losse vogels waaien
van ergens aan, en door elkander draaien
de wolken boven mij, -een steile zee
aan drukke stranden losplaatsen en kaaien.