15 jan 2009

Kinderen van de straat...




Hoe het niet zou mogen zijn.

Kinderen van de straat,
vergeten en verlaten,
Ze dwalen, soms gans alleen,
dan weer met velen.


Ze lijden honger, ze lijden kou,
en slapen in kartonnen dozen,.
riolen zijn hun thuis.

Onder bruggen en tussen het afval
troepen zij samen.
Ze snuiven lijm, worden misbruikt,
verkracht, ontmenselijkt.

Ik heb vele beelden gezien,
van kinderen van de straat,
in alle delen van de wereld.

Telkens opnieuw ben ik geschokt,
telkens opnieuw verontwaardigd
omdat de wereld, omdat de leiders,
omdat wij dit laten gebeuren.

Maar het allerergste wat ik ooit zag
was een documentaire, illegaal gemaakt,
over straatkinderen in Noord-Korea.

Schrijnend, onmenselijk,
behandeld alsof ze afval zijn.
Niemand kijkt naar hen om.
Ze lopen tussen de kraampjes voedsel.

Hun huid is grauw van ellende,
tenen en voeten blauw-naakt bevroren.
Hun ogen zo dof als het stof op de grond;
lompen aan hun uitgemergelde lijfjes.

En in dat rode paradijs is er niemand
die het voor hen kan of mag opnemen.
Vrijwilligers, ngo’s, missionarissen
niemand wordt er toegelaten.

Want in het rode paradijs heeft niemand iets tekort.

Maar deze kinderen, evenwaardig
als ieder van onze kinderen,
kruipen over de grond
voor één korreltje rijst.

Dan nog worden ze weggejaagd
als kwalijke vliegen.
Ik heb die ogen gezien,
zij laten mij nooit meer los.

Ooit zullen wij verantwoording afleggen
over wat we gedaan hebben,
maar vooral over wat we niet gedaan hebben..

De wereld kijkt toe, onverschillig,
niet bij machte iets te veranderen.

Ik voel me schuldig omdat ik
tot die wereld behoor
en ik bid, "Heer kom ons ter hulp,"
red ons uit onze onverschilligheid.

Hij alleen kan ons de weg wijzen
om kinderen te redden uit hun ellende.

Zijn wij, ben ik, bereid om aan
zijn appèl gehoor te geven?
Alleen liefde kan de wereld redden!

Liefde door God aan de mens geschonken.

Kennen wij die liefde NOG?
Laten wij haar binnen in ons leven...?

ria
eerder geschreven in 2007,
maar teruggevonden en nog altijd actueel.